Ademen is investeren

Het schrijven van deze column is niet alleen leuk om te doen, het is ook een goeie schnabbel (Dat komt blijkbaar van het woord schnabbelen, wat Duits is voor ‘met de snavel oppikken’. En volgens Wikipedia ‘een lucratief klusje dat je als muzikant, of artiest of politicus doet’, waarbij ik het interessant vind dat Wikipedia die drie beroepen samen plaatst). In ieder geval, een schnabbel dus. En het plan was om dat geld van die schnabbel in mezelf te investeren. Dat komt omdat een aantal mensen de afgelopen tijd tegen me had gezegd dat het heel belangrijk is om in jezelf te investeren. Als ik eerlijk ben, heb ik altijd mijn twijfels bij dit soort uitspraken. ‘Voor jezelf kiezen, aan jezelf denken, je grenzen aangeven enzovoort.’In de praktijk komt het er volgens mij op neer dat we vooral in elkaar moeten investeren en elkaar in het midden van al die grenzen proberen te vinden, maar dat terzijde.

Ik zou het eens proberen. De eerste week ging ik met het geld naar de kapper. Nou, dat viel wat tegen, want ik heb heel erg dun haar, waardoor de kapper binnen de twee minuten klaar was, inclusief brushen, maar ik wel de volle pot moest betalen. Deze week besloot ik het groter aan te pakken: namelijk een adem­therapiesessie. Op zich heb ik geen problemen met ademen, ik doe het al 37 jaar lang met succes, maar toevallig hadden drie mensen gezegd dat een ademsessie echt life changing is: je komt in een soort diepe trance waarbij je blauw licht ziet en heel veel liefde ervaart. En dat leek me wel wat. In de woonkamer van een vriendelijke mevrouw moest ik op een matje liggen en heel hard ademen. Blijven ademen. Vooral niet stoppen. Ik moest net zo lang blijven ademen tot ik me zou laten overspoelen door geluk. Ze zei dat ik misschien wat tintelingen in mijn handen zou voelen, maar dat is normaal.

Ze zette een mooi muziekje op en ik begon. Al na vijf teugen voelde ik me licht worden in mijn hoofd, en binnen een paar seconden draaide de kamer weg en voelde ik me een beetje misselijk. De tinteling in mijn vingers werd al snel een kramp en voor ik het wist waren mijn handen twee krabbenpootjes. Ik kan het niet anders omschrijven. Twee kleine klauwen waarvan ik de vingers niet meer kon strekken. De kramp verspreidde zich over mijn lichaam en langzaam werd ik als beton. Ik vroeg of dat normaal was, maar de mevrouw zei dat ik moest blijven ademen. Dus dat deed ik. Zij was de expert, niet ik. Nadat ik 45 minuten lang als een betonblok op de mat had gelegen, zette ze de muziek af en zei dat ik mocht stoppen. Ze gaf me een glas water, dat ik met mijn krabbenpoten natuurlijk niet kon vasthouden. En? vroeg ze verwachtingsvol. Hoe was het? Ik mompelde dat het niet zo aangenaam was. Sterker nog, het was een van de minst aangename dingen die ik al had meegemaakt. De geboorte van mijn twee kinderen inbegrepen. Oei, zei ze. En ze keek bedrukt. Je voelde geen geluk? Nee zei ik, sorry. Ik voel dat je veel moet dragen, zei ze, dat is wat deze sessie jou vertelt, waarna ze een QR-code aanmaakte om te betalen.

Toen ik buiten stapte, een beetje wankel op mijn benen, googelde ik de woorden ‘ademsessie’ en ‘krabbenpoot’. En toen dat niets opleverde, verving ik krabbenpoot door ‘kramp’. Al gauw las ik dat als je teveel zuurstof binnen krijgt, je lichaam in een toxische shock raakt en melkzuur aanmaakt, en dat daardoor je spieren verkrampen. En dat dat best gevaarlijk is. Ik had met andere woorden 150 euro betaald voor een vrijwillige zuurstofvergiftiging. Ik nam me voor om volgende week mijn schnabbel niet meer in mezelf, maar in iemand anders te investeren. Mijn zus, bijvoorbeeld. En ergens samen pizza te eten.