Portemonnee

portret Rebekka De Wit

Van Ursula von der Leyen hoorde ik dat het oorlog was, om halfzeven ’s ochtends, en dat the people of the EU will stand by Ukraine and the people of Ukraine in this dark hour. Zoals elke ochtend had ik in mijn badjas de radio aangezet en ging ik havermoutpap maken, maar ik liet het hele gebeuren aanbranden. Toen de speech was afgelopen, kwam er een programma waarin mensen gingen analyseren wat dit nu allemaal betekende, wat erop neerkwam dat de directeur van de Nederlandse bank en de premier probeerden te duiden wat dit zou betekenen voor onze portemonneetjes. Het ging wel over geopolitiek, en over de ­Oekraïners, maar vooral over koopkracht en geld en vooral ons eigen geld. Dit is het dus, dacht ik. Oorlog. Nu al is het ieder voor zich. Voor z’n eigen portemonnee. Wat een kutland is dit toch, dacht ik, en wat een kutpremier. Over je portemonnee beginnen terwijl er een oorlog is uitgebroken op Europees grondgebied. We stand by the people of Ukraine. Op zich niet, want iedereen zit nu z’n geld te tellen. Of tenminste, je krijgt de indruk dat dat de bedoeling is, als je die twee mannen zo hoorde. Ik had de kachel nog niet aangedaan, zo stil had ik gezeten bij de radio, en was daardoor ondertussen zo afgekoeld dat ik heet ging douchen. Door de gas­prijzen en waterschaarste geneerde ik me onder de douche, alsof ik onder ­klatergoud stond, maar ik ging er niet uit, want heet douchen is het heerlijkste wat er is, terwijl ik ook wel wist dat het geld dat ik daarvoor betaalde misschien naar Rusland zou gaan. Onder de douche werd ik steeds bozer. Omdat ik niet uit de douche ging, omdat deze regering iedereen veroordeelt tot z’n eigen portemonnee, wat zo’n eenzame, waardeloze schijtplek is, omdat ik zin kreeg om dit belachelijke land de rug toe te keren.

Ik weet niet of het er in België veel beter toeging. Duitsland en Italië hadden in ieder geval de zwaarste sanctie van tafel geveegd, namelijk Rusland uitsluiten van internationaal betalingsverkeer. Daar kon ik dus ook al niet heen.

Zo wordt egoïsme legitiem, dacht ik. Door op het achtuurjournaal te zeggen hoe we dit gaan voelen in onze portemonnee.

Het zal allemaal wel iets te maken hebben met het afschaffen van het verheffingsideaal. Mensen hoeven niet ­verheven te worden, dat kunnen ze zelf wel doen, we moeten ze gewoon informeren over hun portemonnee en de rest ­regelen ze zelf.

Voor mij pakt dat niet goed uit. Ik heb mensen nodig, ik heb I have a dream-speeches nodig, vergezichten en een beetje een opdracht om boven mezelf te ­kunnen uitstijgen. Of om tenminste goddomme de douche uit te komen. Ik telde af om mezelf aan te manen eruit te gaan. Ik telde nog een keer af. Pas toen ik hardop ‘nu is het klaar’ zei, draaide ik de kraan dicht.

Later deze week werd het beter. Werd de toon anders. Misschien had de zus van de premier hem gebeld en gevraagd of-ie ‘nou helemaal betoeterd was’. Of werd-ie door Zelenski geïnspireerd. Het is ook niet ondenkbaar dat de toon veranderde omdat een of andere mediatrainer had gezegd dat het niet sympathiek overkomt als je over de portemonnee begint.

Later deze week kwam ik erachter dat mijn dochter aan de radio had gezeten, waardoor ik naar Business News Radio had zitten luisteren, wat natuurlijk zo ­ongeveer de laatste zender is waarop je moet afstemmen als je houvast zoekt of een manier om boven jezelf uit te stijgen.

Link naar de column.